Hoe leuk is het om een database te bekijken? Al een paar jaar volg ik de faillissementen in Nederland. Met data is het een beetje hetzelfde als met het lezen van een jaarrekening: je moet er altijd even naar turen, en na een poosje begin je gevoel te krijgen bij de gegevens. Zo zoek je naar verbanden, uitschieters en andere zaken die opvallen. Ik ben er nu wel achter: het verzamelen van data is de grootste klus en vervolgens het structureren. Het opstellen van rapportages gaat relatief snel als je je data goed structureert. Maar goed, terug naar de database van insolventies.
Lopende faillissementen
Het is geen nieuws: de terugloop in aantal uitgesproken faillissementen was de afgelopen jaren heel duidelijk. Maar het aantal lopende faillissementen houdt geen gelijke tred, op 1 januari 2018 waren er meer bedrijfsfaillissementen in behandeling (namelijk 8034, clusterfaillissementen tellen als één) dan een jaar eerder (7369). Maar interessant is om ook inhoudelijk naar die faillissementen te kijken, want daar is wel wat aan de hand.
Als wij kijken naar het boedelsaldo voor zover dat is opgegeven in het laatste verslag, dan bedraagt het gemiddelde boedelsaldo ongeveer € 80.000 per 1 januari 2017, en ca € 83.000 per 1 januari 2018. Maar gemiddelden zijn in dit verband niet maatgevend, want grote faillissementen kunnen het gemiddelde fors optrekken, terwijl dat niet zoveel zegt over de bulk. Wij kunnen beter kijken naar het eerste kwartiel: oftewel het hoogste boedelsaldo van de 25% faillissementen met het laagste boedelsaldo. Die lag op 1 januari 2017 op € 1.418, op 1 januari 2018 op €1.224 en weer een jaar later op maar liefst € 524. In een overzicht:
Opmerking verdient dat de jongste faillissementen doorgaans het boedelactief nog moeten realiseren, maar het lijkt mij wel duidelijk dat de lege boedelproblematiek fors toeneemt.
Onbehoorlijk bestuur, paulianeus handelen
Sinds april 2018 kunnen curatoren op een vaste plek in de verslagen opgeven of sprake is van onbehoorlijk bestuur en/of paulianeus handelen. Lang niet in elk faillissement wordt dit opgegeven (inmiddels is in 2240 faillissementen opgegeven of sprake is van onbehoorlijk bestuur, in 1052 wel, in 1188 niet), maar van de faillissementen waarin dat wel is opgegeven, is interessant hoe deze faillissementen zich verhouden tot het geheel:
Uit deze gegevens valt af te leiden dat onbehoorlijk bestuur met name voorkomt bij de kleinere faillissementen. Voor de faillissementen waarin de curator een pauliana heeft gesignaleerd geldt een vergelijkbare grafiek.
Beëindigde faillissementen
Een andere interessante focus is de beëindiging van faillissementen.
Deze grafieken tonen het aantal beëindigde faillissementen van rechtspersonen, gespecificeerd naar beëindigingswijze en de duur van het faillissement. Van clusterfaillissementen is alleen de eerste registratie meegenomen, omdat die vaak als één dossier worden afgewikkeld. De grafieken zijn gelijkvormig, maar het aantal is in 2018 wel toegenomen.
Opvallend is ook dat in 2018 het aantal uitdelingen procentueel lijkt te zijn
toegenomen in de langer durende faillissementen, een trend die ik twee jaar geleden ook al bespeurde (zie Tijdschrift voor Curatoren 2017/1).
Het oudste faillissement dat in 2018 eindigde dateerde uit 1988.
Rechtbanken
Is er verschil tussen rechtbanken? Jazeker. Hieronder staat dezelfde informatie, maar nu per rechtbank gespecificeerd:
Ziehier de verschillen in omvang van de insolventiepraktijk per rechtbank. Maar er valt nog meer te zien. De rechtbank Limburg lijkt afwikkelingssnelheid (nog steeds) niet als KPI (Key Performance Indicator) te beschouwen, in tegenstelling tot Amsterdam, Rotterdam en Gelderland. De rechtbank Rotterdam vernietigt faillietverklaringen het meest (of is juist
lankmoedig bij ingesteld verzet of hoger beroep), maar Oost-Brabant procentueel gezien misschien wel vaker. Er zijn ook wel verschillen te zien in uitdelingsfaillissementen per arrondissement.
Natuurlijk personen
Hoe zit het met natuurlijke personen? Die eindigen op een andere wijze en duren door de bank genomen ca. 100 dagen korter.
In 2018 zijn er ca. 400 faillissementen van natuurlijke personen minder geëindigd, dat zal te maken hebben met de daling van het aantal faillissementen die enkele jaren geleden is ingezet. De patronen per rechtbank zijn ook nu weer ongeveer hetzelfde als bij bedrijfsfaillissementen:
Wederom een trage afwikkeling bij de rechtbank Limburg, het aantal vernietigingen is in Rotterdam ook bij particulieren hoog (maar in Oost-Brabant niet), en verder valt de forse terugval van beëindigde faillissementen in Oost-Brabant en Overijssel op.
What’s next? Momenteel verdiep ik mij in de ontwikkeling van algoritmen, zodat ik voorspellingen kan doen over (bijvoorbeeld) de afloop van een faillissement (uitdeling of niet). Ook het voorspellen van onbehoorlijk bestuur en actio pauliana lonkt. Maar ’t is een hobby en ik heb wel meer bezigheden, dus wanneer ik zover ben is moeilijk te zeggen. Misschien dat ik daar eerst een algoritme over kan ontwikkelen.