Afgelopen week schreef ik een blog over de doorlooptijd van faillissementen. Ik signaleerde daar al wat opmerkelijks over de insolventies van particulieren. Dat prikkelde mij om direct maar eens beter te kijken naar de insolventies van particulieren. Dat betreft dus faillissementen en WSNP’s.
Voor de goede orde: ik sla geen herleidbare gegevens van particulieren op.
Leeftijd
Om te beginnen: de leeftijd. We zien dat de leeftijd van de gefailleerde particulieren fors lager ligt dan de leeftijd van de WSNP-er. Voor WSNP’s en faillissementen zijn de trendlijnen als volgt:
Maar als we iets verder kijken, dan zien we flinke verschillen tussen ondernemers en niet-ondernemers. Ik ben ervan uitgegaan dat zij een onderneming hadden als het CIR een KvK-nummer of handelsnaam vermeldt. De leeftijden (per uitspraakdatum) hebben de volgende trends:
De leeftijd bij WSNP-ers lag fors hoger als zij een onderneming hadden, maar dit is de laatste tijd sterk veranderd: de niet-ondernemende saniet wordt steeds ouder en de ondernemende saniet steeds jonger: sinds medio 2022 is de niet-ondernemer ouder dan de ondernemende saniet.
Voor faillissementen geldt dat de leeftijd van de ondernemer (veel) lager ligt dan de leeftijd van de niet-ondernemer, maar voor beide categorieën geldt dat zij steeds jonger zijn ten tijde van de faillietverklaring.
Wie heeft een verklaring voor deze cijfers? Ik kan geen verklaring bedenken.
Ondernemers
Hoeveel ondernemers worden er eigenlijk toegelaten tot de WSNP? En hoe verhouden de gefailleerde “particuliere ondernemers” zich tot de niet-ondernemende faillieten? Een kleine minderheid van de WSNP-ers was ondernemer, terwijl ongeveer 75% van de gefailleerden als ondernemer te boek stond. De verhoudingen zijn als volgt:
Dat geeft te denken. Wat is de oorzaak van deze verschillen? Het kan zijn dat de griffies niet goed registreren of de sanieten een KvK-nummer hebben gehad of handelsnaam hebben gevoerd. Maar dat lijkt mij niet erg waarschijnlijk, want in faillissementen wordt dat ook goed bijgehouden.
Er zijn richtlijnen voor toelating van (ex-)ondernemers tot de WSNP: als de ondernemingsschulden verwijtbaar zijn ontstaan, dan kan het WSNP-verzoek worden afgewezen. Die richtlijnen zijn er uiteraard niet voor faillissementen. Het verschil kan wellicht verklaard worden doordat ondernemers vaker worden afgewezen voor de WSNP. En afgewezen ondernemers komen wellicht vervolgens in het faillissementstraject, waardoor het verschil nog wordt vergroot.
Daar staat weer tegenover dat ondernemers vanuit faillissement veel vaker worden omgezet naar WSNP dan niet-ondernemers). En ik heb in mijn praktijk ook al herhaaldelijk gezien dat ondernemers worden gestuurd naar een faillissement om vanuit faillissement de WSNP aan te vragen. De vraag is hoe gerechtvaardigd dat is: dat betekent vaak een fors langer insolventietraject met eerst een curator en vervolgens een bewindvoerder.
Hoeveel ondernemers worden toegelaten tot de WSNP?
Is de ene rechtbank strenger dan de andere bij de toelating van een ondernemer tot de WSNP? Daar lijkt het wel op:
De rechtbanken Amsterdam, Oost-Brabant en Rotterdam hebben relatief veel minder ondernemers toegelaten tot de WSNP. Zijn zij strenger? Daar lijkt het wel op. Maar het kan ook zijn dat er minder ondernemers in die arrondissementen wonen. Of dat zij effectiever worden gesaneerd in de fase voorafgaand aan het WSNP-verzoek. Eerlijk gezegd lijkt mij dat niet heel waarschijnlijk. Echt weten doe je het pas als je informatie hebt over de afloop van WSNP-verzoeken.
Beste insolventieafdelingen van de betrokken rechtbanken: hoe verklaren jullie deze sterk afwijkende cijfers?
Oja: ik heb al eerder vanuit rechtbanken te horen gekregen dat mijn cijfers niet bruikbaar zijn omdat ze niet kunnen worden gecontroleerd. Dat zijn ze wel: ik stuur met plezier de dataset op en die is gemakkelijk controleerbaar.