Faillissementen zijn een belangrijk onderdeel van het economische landschap, zeker in tijden van economische onzekerheid. Niet in kwantiteit: van de ruim 400.000 BV’s in Nederland zijn er vanaf 1 januari 2020 ongeveer 12.000 failliet gegaan. Dat is dus per jaar iets meer dan een half procent (en dat zijn in de meeste gevallen niet de grootste ondernemingen). Maar wel vanwege de mogelijkheid van faillissement: Een faillissement is een gedwongen bedrijfsbeëindiging waarbij in het overgrote deel alleen maar verliezers overblijven.
Maar die bedrijfsbeëindiging kan onder omstandigheden toch worden voorkomen, namelijk als er een doorstart wordt bewerkstelligd. De ondernemer als (rechts)persoon blijft failliet, maar de onderneming wordt voortgezet door een andere entiteit. Niet zelden overigens vervult de oude ondernemer overigens weer een sleutelrol in die doorstart.
In het kader van de discussie over de Wovof is een analyse van de doorstartpraktijk in Nederland best belangrijk. Ik heb er in 2020 ook al een analyse van gemaakt, wel leuk om weer te lezen welke data ik toen relevant vond.
Voor deze blog heb ik de bedrijfsfaillissementen vanaf 1 januari 2020 gebruikt. Clusters heb ik meegerekend als één faillissement.
In ongeveer 14% van alle (bedrijfs)faillissementen vindt een doorstart plaats.
Het percentage van 14% is tamelijk stabiel:
De relatie tussen aantal werknemers en doorstartkans
Het klinkt als een open deur: er moet wel wat zijn om door te starten. Veel failliete vennootschappen zijn een lege huls. Het aantal werknemers is dan ook sterk bepalend voor de kansen van een doorstart:
Maar je kan deze cijfers misschien ook in een andere grafiek weergeven. Hoeveel werknemers zijn betrokken bij een doorstart ten opzichte van werknemers die daar niet bij betrokken zijn?
Ook hier is het beeld vrij stabiel door de jaren heen. Van de bijna 45.000 werknemers die sinds 1 januari 2020 hun werkgever zagen failleren zijn er bijna 20.000 die een kans maakten op een nieuw dienstverband bij een doorstarter.
Doorstarts en de afwikkeling van faillissementen
Tot slot heb ik gekeken naar de wijze van beëindiging van een faillissement en de doorstartfrequentie. Uit de gegevens blijkt dat in gevallen waarin enige uitdeling aan schuldeisers heeft plaatsgevonden, er relatief vaker een doorstart is gerealiseerd. Dit suggereert dat bedrijven met enig financieel herstelpotentieel meer kans hebben op een doorstart, mogelijk omdat er voldoende waarde resteert om een nieuwe start te rechtvaardigen.
De faillissementen die zijn uitgesproken vanaf 1 januari 2020 en ook al zijn afgewikkeld (ik heb de relevante beëindigingswijzen geselecteerd) zijn in de volgende verhoudingen doorgestart: