Zingeving

Vorig jaar blogte ik al over de langste zin van 2021. De langste zin uit de rechtspraak van 2022 is niet moelijk te vinden, maar je moet wel een beetje selectief zijn. De langste zinnen van de rechtspraak vind je in het strafrecht: De tenlasteleggingen zijn vaak oeverloze opsommingen die om een of andere reden altijd in één zin moeten worden geformuleerd. Die zinnen komen niet van de rechter, maar van het openbaar ministerie en die laat ik dus buiten beschouwing. Ook citaten heb ik niet meegenomen in mijn onderzoekje.

De langste zin uit 2022 komt van het Gerechtshof Amsterdam en is maar liefst 251 woorden ofwel 1666 tekens lang:

Het arrest oordeelt over de ontruiming van een huurster aan de zelfkant van de maatschappij, die na lang procederen uiteindelijk toch haar woning moet ontruimen. Ik kan mij voorstellen dat je als rechter bij de formulering van je uitspraak rekening houdt met wie de partijen zijn. Dat lijkt hier niet helemaal te zijn gebeurd. Aan de andere kant: ondanks de lengte is de zin niet heel moeilijk leesbaar.